Biografie Prof. dr. Rudolf Ponds
Professor Rudolf Ponds is klinisch neuropsycholoog en hoogleraar Medische Psychologie aan het Amsterdam Universitair Medische Centrum. Rudolf Ponds studeerde Psychologie aan de RUG waarna hij na zijn afstuderen in 1986 voor twee jaar verbonden was als docent neuropsychologie aan de Radboud universiteit in Nijmegen. Aansluitend vervolgde hij zijn carrière aan het academisch ziekenhuis Maastricht en de Universiteit Maastricht waar hij als clinicus, onderzoeker en docent werkzaam is geweest en de eerste Geheugenpoli van Nederland mede heeft vormgegeven. In 1998 promoveerde hij op het onderwerp Geheugenklachten bij ouderen. Voor het proefschrift ontving hij de Catharina Pijls prijs. Hij maakte in 2002 een overstap naar de GGZ (Mondriaan) waar hij hoofd was van een behandelafdeling voor hersenletselpatienten met gedragsproblemen, later gecombineerd met een functie als hoofd van een polikliniek voor ADHD en Autisme bij volwassenen. In 2010 keerde hij terug als afdelingshoofd van de afdeling Medische Psychologie aan het Maastricht Universitair Medisch Centrum waar hij in 2012 tevens benoemd werd als hoogleraar Medische Psychologie. Hij combineerde deze functies tot 2020 met een aanstelling bij Adelante revalidatiezorg (klinische en poliklinische behandelingen bij hersenletsel). In 2021 maakte hij de overstap naar Amsterdam-UMC als hoofd van de afdeling Medische Psychologie en werd hij aangesteld op de bijbehorende leerstoel Medisch Psychologie.
In de zorg en onderzoek ligt zijn interesse vooral bij vroegdiagnostiek van dementie en cognitieve, gedrags- en emotionele problemen bij hersenletsel. Hij is een pleitbezorger voor het versterken van (psycho)therapeutische behandelmogelijkheden bij patiënten met hersenletsel. Rudolf Ponds heeft deelgenomen aan meerdere stuurgroepen en richtlijnencommissies en was redacteur van Nederlandstalige handboeken op het gebied van de neuropsychologie waaronder het handboek voor Neuropsychotherapie.
Rudolf Ponds is ook al vele jaren bestuurlijk actief. Hij was o.a. secretaris en voorzitter van de sectie Neuropsychologie van het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP) en vanaf 2018 voorzitter van Nederlandse vereniging voor Gezondheidszorg psychologie (NVGZP) tot de fusie in 2021 met het NIP. Na de fusie trad hij toe tot bestuur van het NIP. Sinds januari 2024 in de rol als voorzitter.
Het spel, de spelers, de knikkers en andere ingewikkeldheden ….
Nederland is een polderland en voor ‘psychologenland’ is dat bepaald niet anders. We praten wat af met elkaar in een schier eindeloze hoeveelheid organen, stichtingen, verenigingen en andere belangenclubs. En dan spreek ik nog niet eens over de overleggen met externe partijen zoals ministerie, werkgevers, inspectie of verzekeraars. En hoe vermoeiend dit soms ook is en hoezeer er ook forse tegenslagen zijn zoals het niet doorgaan van de nieuwe beroepenstructuur, over een langere termijn bezien brengt het ons toch vooruitgang. In deze lezing zal ik niet alleen een overzicht geven van ons grote speelveld van overleggen en afstemmingen, maar deze ook willen verrijken met persoonlijke bespiegelingen over hoe we dingen goed, maar ook soms minder goed, oppakken samen. Lukt het ons voldoende het belang van ons vak voor het voetlicht te brengen, de eenheid te bewaren, een gemeenschappelijke visie te hebben op ons vak nu en straks, en lukt het ons de professional voldoende te ondersteunen in zijn dagdagelijkse werk. Hierover kunnen we wel wat noten kraken, maar ik wil dat op een positieve wijze doen. Wat kunt u na afloop verwachten? Ik noem een ambitieus rijtje. In elk geval inzicht in het genoemde complexe speelveld, zoals dat er ook moet zijn bij een specialist-psycholoog. Weer vernieuwd enthousiasme over dat mooie vak van ons en wellicht een versterking van de collegiale verbondenheid. Waarom een psychologie-opleiding van 4 + 2 jaar echt belangrijk is en wat hier de oorsprong van is. Mogelijk geeft het een start voor stevige maar constructieve discussie onderling. En, niet onbelangrijk, geeft het een stimulans om zelf meer bestuurlijk actief te worden in het verder vormgeven van ons belangrijke vak.
