Prof. dr. Brechje Dandachi-FitzGerald

Brechje Dandachi-FitzGerald is bijzonder hoogleraar ‘Psychotherapie in de context van wetenschap-werkveld-onderwijs’ aan de Open Universiteit en hoofdopleider Psychotherapie bij RINO Zuid. Daarnaast is zij werkzaam aan de Faculteit Psychologie en Neurowetenschappen, Universiteit Maastricht en in haar eigen praktijk.
Opgeleid als neuropsycholoog, gezondheidszorgpsycholoog, klinisch psycholoog en psychotherapeut, heeft Brechje Dandachi-FitzGerald gewerkt in revalidatiecentra, academische ziekenhuizen en de specialistische GGZ. Ze heeft ruime ervaring met neuropsychologische diagnostiek, kortdurende klachtgerichte behandeling en persoonsgerichte psychotherapie bij uiteenlopende aandoeningen. Haar meest recente activiteiten richten zich op schematherapie en traumatherapie voor volwassenen met autisme en psychische problematiek.
In 2017 is ze gepromoveerd op het onderwerp van symptoomvaliditeit bij psychodiagnostische onderzoeken. De focus van haar onderzoek ligt op het verbeteren van de zorg voor patiënten met psychische problemen door kritisch te kijken naar hoe patiënten spreken over symptomen, de rol van clinici daarin, en of het zichtbaar maken van bijwerkingen, fouten en therapeutische mislukkingen de zorg kan optimaliseren. Ze is betrokken bij de Nederlandse versie van de Self-Report Symptom Inventory en heeft meerdere publicaties, toegankelijk via haar persoonlijke website.
Keynote: To Err is Human: bijwerkingen, missers en therapeutisch falen in onderzoek en praktijk.
Er is verrassend weinig bekend over negatieve ervaringen tijdens psychotherapie. Dit omdat ze vaak niet systematisch worden geregistreerd in onderzoek. Lange tijd werd aangenomen dat praten geen kwaad kan en stond het aantonen van positieve effecten van psychologische interventies centraal. Maar zelfs bewezen effectieve therapieën kunnen bijwerkingen hebben. Denk aan het ervaren van intense angst tijdens exposure-therapie of het ontwikkelen van een ongezonde afhankelijkheid van de therapeut. Tijdens mijn presentatie sta ik stil bij huidige inzichten in de negatieve ervaringen tijdens therapie: wat zijn ze, hoe kunnen we ze meten en wat betekenen ze voor behandelresultaten? Hoewel er nog veel onbekend is, zijn er al concrete aanbevelingen te doen over hoe deze ervaringen de aandacht kunnen krijgen die ze verdienen—in onderzoek, in de opleiding en in de praktijk. Soms zullen negatieve therapie-ervaringen onvermijdelijk zijn, soms het gevolg van eigen missers. Perfecte behandelingen bestaan niet en fouten maken is menselijk maar het is wel essentieel om van ze te leren.